Vuurtoren
Stad en land reisden we af, mijn ouders en ik. Op zoek naar vuurtorens in den lande, zagen we vele steden en dorpjes. Ik heb een obsessie voor die hoge bakens voor de scheepvaart. De link met de zee en de ouderdom van deze hoogbouw spraken mij enorm aan. Achteraf ontstond hier mijn eerste interesse in geschiedenis en verhalen.
Uiteraard deden we ook Den Helder aan. Daar staat de op één na hoogste vuurtoren van Nederland. (Die op de Maasvlakte is de hoogste, maar is veel nieuwer en inmiddels gedoofd.) Lange Jaap is zijn koosnaam. Dat klinkt wat dubbelzinnig, maar daar let je als achtjarige niet op. De hoge toren is gemaakt van gietijzer en werd opgetrokken door het aan elkaar schroeven van verschillende platen en verdiepingen. Het was een modern alternatief voor de stenen vuurtorens, die bijvoorbeeld op Texel en in Egmond aan Zee nog te vinden zijn. De ontwerper was Quirinus Harder, die zich zonder opleiding opgewerkt had tot bouwkundige bij de Dienst voor het Loodswezen en in die hoedanigheid schepen en lichtbakens ontwierp. Hij heeft zesentwintig vuurtorens op zijn naam staan, waarvan een deel is afgebroken.
Toen ik met mijn ouders bij de Lange Jaap aankwam, konden we niet naar boven. Dat is vaker zo bij vuurtorens. Meestal komt dat doordat er niemand meer in bovenin zit. De meeste vuurtorenwachters zijn overbodig geworden. In Den Helder ligt de reden echter ergens anders. Bij de bouw van de toren zijn vermoedelijk fouten gemaakt, waardoor er vanaf de jaren 90 scheuren in de wanden en vloeren zijn ontstaan. Ook is de raamconstructie niet waterdicht en zijn de dichtgemetselde naden aangetast. Het is kortom te gevaarlijk om naar boven te gaan. Rijkswaterstaat – een logge organisatie waar ik al eerder een maritieme column over schreef – heeft jarenlang verzuimd onderhoud te plegen. Zelfs een nieuw likje verf kon er niet vanaf. In september werd daarom bekend dat de vuurtoren op omvallen staat. Geen wonder, met deze voorgeschiedenis.
Dat kan gebeuren natuurlijk. Soms is de staat van een bouwwerk slechter dan men kon inschatten. Maar het gaat hier om een Rijksmonument. En wat voor eentje. In iedere plaats waar een vuurtoren staat is het bouwwerk een visitekaartje voor de omgeving. Denk aan Terschelling: wat moeten zij zonder hun Brandaris? Doordat gietijzer niet te lassen is, wordt de toren waarschijnlijk rücksichtslos platgegooid. De Heldernaren zijn ontroostbaar, en terecht. Zeker omdat de problemen twintig jaar geleden al bekend waren en toen vermoedelijk nog verholpen konden worden. Dat dit een grove fout van Rijkswaterstaat is, lijkt me een understatement. Godzijdank hebben de verantwoordelijken hun excuses al aangeboden. Dapper. Als kleine kinderen die een snoepje hebben gestolen. ‘Sorry, mijn naam is Corrie!’
Een oplossing is er wellicht wel, uit onverwachte hoek: er zijn meer Lange Japen. Harder schepte er ook een paar in het voormalig Nederlands-Indië. Deze exemplaren zijn identiek aan de Nederlandse variant, op de kleur en de constructiefouten na. Maar men kan het niet maken om daar eentje weg te halen. De bewoners zijn daar vast ook gehecht aan hun niet-bouwvallige Lange Jaap.






