Het woord genieten is een beetje abstract voor mij. Ik kan het niet zo goed, hoewel ik me er wel alles bij kan voorstellen. Een zonnig strand, een drankje en een goed boek zijn bijvoorbeeld ingrediënten voor een ultieme middag toeven. Maar me er in de praktijk aan overgeven, lukt niet.
Misschien ligt het aan de druk. Het is nu aan te raden om ‘nog even te genieten’, want het kan zomaar dat we binnenkort in een oorlog zitten. Of erger: totale vernietiging. Met de oneindige en misschien oersaaie dood in het vooruitzicht is eigenlijk alles in het normale leven het genieten waard. Misschien is de definitieve eindigheid zelfs wel dé reden om je helemaal over de kop te werken. Wat maakt het uit als je overspannen raakt? We gaan binnenkort toch naar de verdommenis! Van lijdzaam in een hoekje afwachten is nog nooit iemand beter geworden.
Als ik er zo over nadenk kan ik eigenlijk wel genieten van hard werken. Daar ligt – ik heb een hekel aan het te vaak gebruikte woord, maar toch gebruik ik het – een taboe op. Mensen moeten zoveel mogelijk vrije tijd hebben en ze moeten in die vrije tijd bij voorkeur naar Spanje of Italië vliegen om daar de bloemetjes buiten te zetten. En wat dachten we van wintersport? ‘Daar ben ik echt wel aan toe, hoor! Lekker genieten!’ Dat hoeft voor mij niet. Ik heb leuk werk, dus daar heb ik genoeg aan. Er zit veel variatie in: ik ben zowel met denkwerk bezig als met uitvoerend werk. Het blijft uitdagend en ik kom op veel verschillende plekken. Dat is ook een soort vakantie. En als ik dan toch naar Texel ga (de boog kan niet altijd gespannen zijn), is dat nog net dichtbij genoeg om de boel een beetje in de gaten te houden.
Maar voor alle vormen van genieten geldt dat het niet geforceerd, maar onverwacht moet komen. Dat gebeurt niet zo vaak. Maar afgelopen kerstvakantie wel. Ik had het druk gehad en tijdens de kerstdagen werd ik helemaal rustig. Zo relaxed was ik in tijden niet geweest. Blijkbaar was ik er echt aan toe. Ik sloeg meteen helemaal door en was het liefst levenslang in die modus blijven zitten, maar dat kon natuurlijk niet. Inmiddels is het een mooie herinnering en zo’n situatie komt misschien terug als ik het weer eens echt nodig heb.
Genieten van het feit dat we in een vrij land leven, is dus ook lastig. Wellicht komt dat ook omdat ik het verschil tussen vrijheid en onvrijheid niet ken. Dat is wel nodig om ervan te genieten, denk ik. Maar laat voor mij de vrijheid maar lekker vanzelfsprekend blijven. Dan maar niet bewust genieten. Alles beter dan onvrijheid.