De laatste jaren was de fictie wat uit mijn leven verdwenen. Ik leefde tussen de feiten: nieuwswebsites, geschiedenisboeken, studiegidsen en documentaires waren aan de orde van de dag. Nu gaan we het theater weer in, maar stuit ik dan niet op problemen? Fictieschaamte, bijvoorbeeld?
Tot een paar jaar terug was ik alleen maar bezig met de droomwereld van het acteren. Heerlijk en onbezorgd. Hoe zet je een rol het beste neer, hoe denkt mijn personage, hoe loopt en hoe praat hij en wat is zijn doel in het leven? In die tijd was ik daar zelfs op school iedere dag mee bezig. Deze levensstijl moest ik noodgedwongen afbouwen toen corona kwam. Het leven werd serieuzer. Ik begon me meer zorgen te maken over mijn toekomst en in diezelfde tijd startte mijn studie journalistiek. Bronnen moesten ineens geverifieerd worden. Belangrijk voor de waarheidsvinding, maar dodelijk voor de fantasie, wat je als acteur toch nodig hebt.
Nu de theaters weer open zijn, komt de fictie weer om de hoek kijken. Deze keer ook in schrijfvorm. Maar nu blijkt dat ik voor het schrijven van fictie (wat ik nu overigens minder vaak doe dan non-fictie) geen inspiratie haal uit andere fictie. Dan ga ik onwillekeurig dingen jatten, en dat voelt onorigineel. Voor mij gaat de spreuk ‘beter goed gejat dan slecht bedacht’ (wat overigens helemaal niet rijmt) niet op. Nee, inspiratie opdoen uit andere fictie is alleen handig voor het afkijken van de vorm en de schrijfstijl. Ik moet kleine feitjes hebben, om daarna mijn fantasie de vrije loop te laten. Fictie schrijven is voor mij daarom ook veel tijdrovender. Een raar loopje, een kleine situatie of een willekeurige discussie kan al het startpunt zijn voor een geestig drama of een dramatische komedie. Slechts een paar procent is feit, de rest moet je verzinnen. Daarvoor is algehele rust in het hoofd nodig en een antenne voor situaties.
Maar steeds vaker begin ik me af te vragen of deze tijd zich wel leent voor fictie. Door het almaar heftiger wordende wereldnieuws over oorlog, pandemieën en klimaatverandering moet ik mijn best doen om te blijven fantaseren en soms af te dalen in de krochten van mijn hersens, want de werkelijkheid is al bizar genoeg. Daarnaast heb ik een grote behoefte aan duiding, aan mensen met verstand van zaken. Is dit wel een tijd voor theatermakers?
Toch denk ik ook dat het altijd tijd is voor theater. Het geeft je de kans te reflecteren en je zinnen te verzetten. Ik ben van plan de planken weer vaker te belopen, want het haalt me even uit die ongezellige, harde wereld. Ik hoop alleen wel dat mooi weer spelen me niet te veel moeite gaat kosten. Wat hangt ons allemaal boven het hoofd? Verstand op nul dan maar.