Eigenlijk geneerde ik me dood voor het uitje dat ik afgelopen week heb gemaakt. Ik vond het kinderachtig klinken en het was bovendien een klere-eind rijden. Maar nu ik geweest ben, heb ik de schaamte van me afgegooid. Met het bezoeken van de afscheidsshow van Samson & Gert heb ik op een fantastische manier een onmisbaar deel van mijn kindertijd afgesloten.
Ja, dat lijkt overdreven, maar het is zo. Samson en zijn vrienden hebben veel voor me betekend. Ze hebben me allereerst laten lachen, al heel vroeg. Ik waardeerde eerst de liedjes. Dat getuigt van een betere smaak dan iedereen denkt, want veel hiervan werden geschreven door kleinkunstgeweldenaars als Ivo de Wijs en Stef Bos. Daarna kreeg ik ook aandacht voor de afleveringen. Op het lijstje met series die ik keek om mezelf op te beuren (en dat was nogal vaak), stond Samson heel hoog. Maar ook moet ik onwillekeurig mijn wens om acteur te willen worden mede door Samson ontwikkeld hebben. Er werd altijd enorm in over-geacteerd en juist daarom leek het me prachtig om in zo’n dwaze serie te spelen. Een kinderlijke burgemeester, zijn te drukke secretaris, een verwende kapper zonder klanten en een man met een pratende hond. IJzersterk. Ik wilde het fenomeen dat mijn leven leuker maakte nog één keer zien. Live.
Op naar Puurs-Sint-Amands (of all places), waar de afscheidsshows in een speciaal daarvoor opgebouwd theater worden gehouden. Het blijft Studio 100, dus je ruikt het geld wel een beetje. Overal waren standjes met merchandise en snoep en verkopers liepen met dienbladen met Samsonknuffels erop om hun nek. Het is ze gelukt om me een programmaboekje in de maag te splitsen. Maar wel omdat ik het zelf wilde. Het was ook plezant om me tussen de Belgen te begeven. Ze zijn veel vriendelijker dan Nederlanders. En wat strikter. Een familie die voor me zat discussieerde druk over de vraag in de welke volgorde ze moesten zitten. ‘Alé, waar zidde gij? Plaats drie, wat leuk, da’s direct naast mij, hè?’ Die volgorde maakte natuurlijk niets uit: ze hadden drie naast elkaar gelegen stoelen. Maar ze wilden absoluut precies zo zitten als op hun uitgeprinte tickets was aangegeven.
Toen begon het. Wat was iedereen enthousiast. De zaal zat vol met volwassenen: fans van het eerste uur. Normaal gesproken ben ik er niet zo van, maar het werd anderhalf uur meeblèren, klappen en joelen. Ik hoefde me er niet voor te schamen dat ik alle liedteksten letterlijk kende, want dat gold voor driekwart van de zaal. De moderne decors waren spectaculair, het Samsonballet danste retestrak en de acteurs namen de vrijheid voor volwassen grapjes, want ‘het was de show van negen uur.’
Na het allerlaatste liedje met de toepasselijke titel ‘Het allerlaatste liedje’ verdwenen Samson & Gert de duisternis in. De volgende dag sloot ik dit stuk jeugd af door de opnamelocatie uit de serie te bezoeken. Kloppen omdat de bel het niet doet, heeft geen zin meer. Gert is vertrokken. Maar gelukkig hebben we de beelden nog. Bedankt, Gert en Samson!