Leegte
Wat is er in het nieuwe jaar
Al niet reuze veel gebeurd!
Ben al vijf keer ’s morgens opgestaan
En al vier keer ’s nachts naar bed gegaan…
Liedvirtuoos Jules de Corte zong in 1963 over de vijfde januari. De strekking van het opgeruimde stapellied is dat het zo heerlijk is dat er aan het begin van het nieuwe jaar nog niets gebeurd is. Daar sluit ik me volledig bij aan!
De nieuwjaarsdag is aangenaam. De opwinding rondom het jaarwisselmoment is weggeëbd, de oliebollen zijn verteerd en van de drank is alleen de kater nog over. Het is de enige dag waarop ik zonder schuldgevoel tot halfeen ’s middags in bed kan liggen en me kan gedragen als een hoogbejaarde door heerlijk naar het skischansspringen in het schilderachtige Duitse grensplaatsje Garmisch-Partenkirchen te kijken. Daarbij gaat het er eens niet om wie wint, zoals wel het geval is bij sport tijdens de rest van het jaar. Ja, er zal vast een winnaar worden uitgeroepen, maar dat kan niemand iets schelen.
De dag ervoor is overigens ook knus, daar kan ik niet aan voorbij gaan. Vroeger kwam oma altijd langs met Oudjaar. Zij hield het niet tot twaalf uur vol, dus rond halfelf ging ik nog de straat op. Mijn vader chauffeerde, maar ik moest haar daarna tot in huis brengen, op tweehoog. Ze was namelijk doodsbang voor vuurwerk en wilde handje in handje naar boven. Als het me lukte om haar – tussen de rondvliegende pijlen door – veilig thuis te brengen, was ik een held. Nu word ik door datzelfde vuurwerk in slaap gewiegd, als mooie herinnering aan een vervlogen tijd. En dat is niet opgehouden nu het eigenlijk niet meer mag. Overigens zou ik het niet erg vinden als dat geknal wél zou verdwijnen. Dat is beter voor het milieu. En ik heb fantasie genoeg om het geluid iedere nieuwe nieuwjaarsnacht van mijn leven in mijn hoofd af te laten afspelen.
Terug naar nieuwjaarsdag, waarvan het mooiste en meest symbolische het frisse is. Er is vrijwel niets om ons druk over te maken, want de problemen lijken nog ver weg. Er is nog geen materiaal om samen te vatten voor een televisieprogramma, want er zijn nog geen onoverkomelijke moeilijkheden. Er is vertrouwen in de toekomst. Hoewel het in deze onzekere tijden wel iets lastiger geworden is om dat vertrouwen lang vast te houden, doe ik in de eerste week van januari net of ik gek ben. Ieder jaar weer kijk ik vol vertrouwen naar de toekomst, misschien tegen beter weten in.
Tijd is een gegeven dat door mensen is bedacht en waar alleen zij zich aan houden. En dat afgebakende maakt het zo heerlijk om mens te zijn. Omdat er daardoor – als het je verder goed gaat – zeldzame momenten zijn waarop je even geen zorgen hoeft te hebben, omdat er alleen nog maar ‘onzinnige’ zaken gebeurd zijn. Ik hoop voor iedereen dat dit in het nieuwe jaar heel lang zo mag blijven.






