Grensgebied
Laatst besefte ik mij weer eens hoe godvergeten blij ik ben dat ik woon waar ik woon. Volgens mij ben ik op de beste plek van deze hele aardkloot terecht gekomen. Alles is goed hier. De ligging bijvoorbeeld, namelijk in een relatief rustig stuk van Nederland, en ook weer niet te rustig. Sommige mensen houden van die drukte. Ik zou het niet kunnen. Mijn brein heeft die rust nodig. Anders functioneer ik niet. De mensen die hier wonen zijn over het algemeen ook leuk. Nuchter. En het is prettig omdat ik vanaf zo’n plek alles op een afstandje kan bekijken. Het is helemaal niet leuk om middenin de drukte te zitten. Erover horen is veel leuker.
Sommige mensen gaan wel naar een plaats delict. Ze hebben de onstuitbare drang om te reizen. Ik vind het niet erg dat ik dat niet heb. Ik vind het al mooi om foto’s te zien van mooie plaatsen. Ik kan enorm genieten van blauwe stranden en palmbomen, maar ik hoef er niet per se heen. Want op locatie valt het altijd tegen. Of het is klotenweer, of er zijn irritante mensen, of het zand is te hard. Mensen zeggen dan dat ik negatief ben, maar ik ben juist snel tevreden. Met een fotootje.
Ik ken wel een aantal van die typische ‘plaats delicters’. Ze zijn vaak weg. Afgelopen weekend waren ze effe een weekendje naar Lapland. Effe een weekendje. Of je naar een supermarkt gaat. “Ben zo terug! Effe op en neer naar Lapland!” Daar is het dan wel rustig, maar wat een eind! De reis zou me dusdanig vermoeien dat ik bij thuiskomst direct overspannen zou zijn. Ze waren er speciaal voor het Noorderlicht. Dat zagen ze niet, want het was te bewolkt. En je kunt daar ook walvissen spotten. Dat boottochtje ging niet door omdat het zo enorm stormde. Daar zit je dan in Lapland in een namaak-iglo in je waterdichte skioverall. Geestig.
Om toch een beetje mee te liften met de stroom, ben ik ook naar het buitenland geweest. Ja, ja! Naar het Duitse grensgebied. Dat is een half uurtje van m’n huis vandaan, maar dat doet er niet toe. Het gaat om het idee. Ik vind dertig minuten reizen al ver, dan ben ik er al klaar mee. Als ik er dan ben besef ik me dat ik ook nog helemaal terug moet. Wat had ik wel niet allemaal kunnen doen in dat uur!
Misschien heb ik niet het mooiste deel van de wereld uitgekozen. Het Duitse grensgebied is vooral erg Duits en leeg. Zo leeg dat zelfs ik het onprettig begon te vinden. Met de aanwezige Kerstlichtjes werd het iets draaglijker, maar toch. Toen ik uiteindelijk in een eveneens verlaten supermarkt met recreatiegelegenheid (lees: een versleten leren bankje waar je een lauwe kop koffie kon drinken) kwam, en daar plaatjes van blije mensen met een kop koffie aan de muur zag, wilde ik gauw naar huis.
Toen ik uiteindelijk thuis kwam, was ik weer dankbaar. Zoals altijd als ik in het buitenland ben geweest, al is het maar 30 minuten van huis. Ik woon op de mooiste plek van de wereld.






